Vrouwen hebben niet dezelfde hersenen als mannen, dat zegt psychiater en hoogleraar aan UMC Groningen Iris Sommer over de verschillen tussen het vrouwen- en mannenbrein. Hoe worden die verschillen tussen de seksen veroorzaakt, en wat betekenen ze?
Mannenbrein is aanzienlijk groter
“Het mannenbrein is groter dan het vrouwenbrein”, noemt Sommer het eerste grote verschil. “En het is ook disproportioneel groter. Het verschil is echt uitgesproken, zo’n 11 à 12 procent. Dat is niet bepaald subtiel. Desondanks zijn vrouwen even intelligent.”
Mannen en vrouwen zijn gemiddeld even intelligent. Het vrouwenbrein is fors kleiner en telt significant minder zenuwcellen. Toch doet hun denkvermogen niet onder voor dat van mannen; hoe compenseren zij voor hun kleinere hardware?
“Het grootste compensatiemechanisme van vrouwen is dat de verbranding in het hersenweefsel hoger is. En ook een best end groter. Wat waarschijnlijk het geval is, maar daar kan nog meer onderzoek naar worden gedaan, is dat de hersencellen van vrouwen gemiddeld meer verbindingen maken. Juist die verbindingen zijn zo belangrijk voor het denkvermogen. Het aantal verbindingen is belangrijker dan het aantal hersencellen.”
De rol van hormonen
Er zijn meer verschillen. Misschien wel de belangrijkste verschillen zitten in hormonen. De geslachtshormonen, oestrogeen en testosteron, hebben veel invloed op de ontwikkeling van de hersenen en daarmee op het denken, voelen en reageren. De hormoonhuishouding bepaalt veel van het gedrag.
Sommer: “De concentratie van het mannelijke hormoon testosteron houdt verband met de voorkeur in spel op kinderleeftijd. De voorkeur om met objecten bezig te zijn zoals rijdend materieel, wapens, ballen of de voorkeur om meer met mensen, dieren en poppen bezig te zijn, hangt sterk af van dit hormoon. Sterker dan het geslacht van het kind. Zowel bij meisjes als bij jongens met een hoger testosteron zie je een voorkeur voor de eerstgenoemde objecten. Precies diezelfde voorkeur zie je ook weer terug op de arbeidsmarkt.”
Hersenaandoeningen en psychische ziektes
Deze verschillen ziet de psychiater terug bij haar op de afdeling voor hersenaandoeningen en psychische ziektes. “Vrouwen zijn gemiddeld iets vriendelijker, maar ook iets neurotischer. En dat is een vruchtbare grond voor het ontstaan van depressies en angststoornissen. Er zijn tweemaal zoveel depressies bij vrouwen als bij mannen. Tweemaal zoveel angststoornissen, vijfmaal zoveel anorexia.
Mannen hebben viermaal meer kans op ADHD, viermaal meer kans op autisme en anderhalf keer meer kans op schizofrenie. Tweemaal meer kans op de ziektes ALS en Parkinson. Dit verschil komt niet alleen door hormonen, het immuunsysteem speelt bijvoorbeeld een grote rol. Bij psychiatrische stoornissen is het stresssysteem heel belangrijk.”
(Bron: nporadio1 – Intropic: Freepik)