In een open gesprek met Humo praat Herman Brusselmans eerlijk over de angststoornissen waarmee hij al dertig jaar kampt. Die houdt hij onder controle met medicatie, al benadrukt hij meteen dat hij nooit suïcidale gedachten heeft gehad.
“Ik ben geen zonnestraal,” geeft hij toe, “maar het idee om eruit te stappen is nooit aan de orde geweest.” Zijn angsten lijken bovendien met de jaren af te nemen, deels dankzij de medicatie, deels door de levensfase waarin hij zich nu bevindt.
“Ik ben vrolijker geworden”
Wanneer het gesprek richting zijn zoontje Roman gaat, verschijnt er meteen een andere toon. De schrijver knikt als de journalist opmerkt dat hij oplicht wanneer hij over zijn kind spreekt. “Ik ben vrolijker geworden. En ik ben me veel bewuster van de waarde van het leven,” zegt hij. “Roman werd geboren toen ik 65 was. Natuurlijk brengt dat ook zorgen met zich mee – als hij 15 is, ben ik 80. Maar elke dag dat ik hem zie, hem van de crèche haal of met hem door het park wandel, voelt als een geschenk. Dat overstijgt alles.”
Brusselmans kan zich dan ook niet voorstellen dat hij zichzelf zou toestaan om in een depressie te blijven hangen terwijl zijn kind hem nodig heeft. “Of dat ik uit het leven zou stappen, zoals Kurt Cobain deed toen zijn dochtertje nog maar twee was,” zegt hij resoluut. “Dat is voor mij ondenkbaar.”
(Afbeelding: Play 4)